Een voorbeeld van een moedercoaching traject:

Rianne, de moeder van de tweejarige Max wordt helemaal dol van het ‘nee’ van haar zoontje op alles wat zij vraagt. Vooral met eten zijn er conflicten wanneer Max eerst pindakaas op zijn brood wil, en vervolgens liever smeerkaas, en uiteindelijk toch weer pindakaas…Dit is overigens een heel herkenbare situatie voor kinderen van die leeftijd. Rianne heeft alles al geprobeerd, lief en minder lief, maar het wordt alleen maar erger, tot het door de kamer smijten van boterhammen toe.

Wanneer Rianne in de moedercoachings-gesprekken uitgenodigd wordt om te praten over hoe machteloos zij zich voelt hierbij en over machteloosheid in het algemeen geeft dat wat lucht. Ze blijkt zich in meerdere situaties machteloos te voelen: op haar werk zou zij ook wel eens met boterhammen willen gooien. Ze realiseert zich dat ze door de boosheid die ze soms voelt vaak pijn in haar buik heeft als ze thuis komt van haar werk, en dat ze zelf dan ook geen trek in eten heeft. Dit inzicht is op zich al belangrijk: hierdoor kan ze zich beter verplaatsen in het ‘nee’ van haar zoontje. Vervolgens krijgt zij tijdens de coaching steun om zonder oordeel naar haar boosheid te kijken. Het komt namelijk vaak voor dat jonge kinderen sterk reageren op de emoties van hun ouders. Ze voelen die dan als het ware zelf. Het zou dus goed kunnen dat Max niet wil eten omdat hij zich net zo gespannen voelt als zijn moeder: hij kan geen hap door zijn keel krijgen, hij voelt alleen maar een groot ‘nee’ van binnen.

Wanneer Rianne zich geleidelijk meer bewust wordt van haar eigen gevoelens beginnen er kleine veranderingen op te treden. De theatrale driftbuien van Max maken haar niet meer zo van slag, ze blijft rustiger en hoeft niet meer zo heftig op hem te reageren. Daarnaast beseft ze hoe belangrijk het is om haar onvrede op het werk serieus te nemen. Na enige aarzeling durft ze een gesprek aan te vragen met een personeelsfunktionaris. Het gevoel dat er naar haar geluisterd wordt blijkt uiteindelijk al veel van de knoop in haar maag op te lossen. Dat heeft weer een positieve uitwerking op Max: hij kan weer van zijn boterhammetje genieten, en ook al heeft hij nog steeds van tijd tot tijd zijn peuter-buien, ze duren korter en lopen niet meer uit de hand. Rianne kan zelfs af en toe glimlachen om haar kleine driftkikkertje. In het laatste coachingsgesprek vertelt ze dat Max nu zelf zijn boterham probeert te smeren. Een gezellige knoeiboel; het ‘pindakaas-probleem’ is van de baan.