Toen ik begin twintig was, studerend en een beetje rebels, vond ik het stoer om te verkondigen dat ik geen kinderen wilde. Want wie moeder werd vergooide haar leven en zou zichzelf uiteindelijk terugvinden als een saaie burgermadam. Vijf jaar later had ik die visie totaal achter me gelaten. Ik had inmiddels ontdekt dat ik wel degelijk verlangde naar een kind. Ik wilde er minstens twee, misschien wel vier of vijf. Eigenlijk kon ik me geen leven meer voorstellen zonder. En al zeker niet dat ik ooit gelukkig zou zijn als ik geen moeder zou worden. Een duurzame leuke man had zich nog niet aangediend dus er was eerst wel wat werk aan de winkel voordat het sprookje kon beginnen.
Het duurde nog een flink aantal jaartjes voordat ik mijn basisleven op de rails had, inclusief duurzame leuke man. Uiteindelijk dartelden er dan toch twee blonde minimensjes om mij heen, precies zoals ik het mij gewenst had. Helaas was ik al die tijd vergeten er op mijn wensenlijstje bij te zetten dat ik als moeder perfect gelukkig wilde zijn en blijven. Dat ik mijzelf moeiteloos aan zou passen aan de tropenjaren van poepluiers en halfdoorwaakte nachten. Dat ik mijzelf mooi en vrouwelijk zou blijven voelen in mijn joggingpak met spuugvlekjes van de baby. Dat ik het leven net als voorheen nog steeds als een groot avontuur zou beschouwen met mijzelf als stralend middelpunt. Nee, van al die wensen had de wensenfee geen weet. En hoe gaat dat dan met wensenfeeën: uit zichzelf komen ze er niet op.
Zo blijkt het veel vrouwen te vergaan. Het lijkt zo’n mooi en vanzelfsprekend plaatje, die kindjes in je leven. De realiteit is dat de dagelijkse praktijk lang niet altijd alleen maar gelukkig is. En dan, wat gebeurt er dan? Hoe doe je dat, moeder zijn terwijl je regelmatig van die onbestemde ontevredenheid voelt opkomen? Of schuldgevoel, angst of boosheid? Tja, het blijkt dat we daar allemaal zo onze oplossingen voor vinden. De ene doet het door de tanden op elkaar te klemmen en flink te zijn. Zij wordt een hoe-krijgt-ze-het-voor-elkaar-moeder, zo een waar andere vrouwen met angstige bewondering en afgunst naar kijken. De andere moeder gaat zichzelf een beetje zielig vinden, soms openlijk en soms in het verborgene. Die instelling kost minder energie maar scoort bijzonder laag in de publieke opinie van de collega-moeders. Weer een ander spreekt zichzelf dag in dag uit opnieuw streng toe dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met dat ondankbare gedoe. En zo zijn er nog wel meer scenario’s te bedenken en ze werken allemaal een tijdje. Althans zo is mijn eigen ervaring, en zo zie ik het bij andere vrouwen. Uiteindelijk laten vervelende gevoelens zich nu eenmaal niet wegmanipuleren. Je moet er blijkbaar iets anders mee, maar wát dan…?
Tijdens Moedercoaching zoeken we dat uit. Door te verkennen wat die gevoelens ons te vertellen hebben. En, minstens zo belangrijk, door te leren er met een milde blik naar te kijken. Als vanzelf opent zich zo de weg voor transformatie, vaak een proces vol kleine en grotere wondertjes. En dat is geen sprookje.
Wil je elke zes weken kosteloos een nieuwe column in je mailbox ontvangen?
Je kunt je AANMELDEN voor een abonnement.