zwemmen voor je leven

In de sloot naast mijn huis zwemt een moedereend met haar zes pasgeboren kuikens. Mijn hart springt op. Wat zijn ze piep, wat zijn ze pril. Zo zacht en donzig – zo heerlijk dat je er minstens één aan je boezem zou willen drukken…
Er zijn weinig eendenmamma’s met hun kroost dit jaar. Vermoedelijk heeft de winter te lang geduurd:  veel dames slaan deze ronde over. Zij peddelen gemoedelijk met hun vriendinnen door het water  terwijl  hun moederende soortgenoten druk achter hun geeldonzige grut aankwaken.
Hoe zou dat zijn in de eendenwereld?  Zouden die eendenmamma’s het opmerken dat een deel van hun zusters een ander leven leidt dan zij? En die vrije vrouwen, zouden zij zich bewust zijn van dat wat anderen wel hebben en zij niet?
Vast niet, zo’n eend is zich nergens van bewust, niet eens van zichzelf. Instinctief doet ze wat ze doet: kwaken naar haar kindjes, of happen naar een stukje brood. Lekker simpel toch?

Een kind of geen kind. Zo simpel als het voor een eend is, zo complex is het voor ons mensen.Vorige week hoorde ik in de trein vier vrouwen over dit onderwerp praten. Twintigers waren het, ze zaten met een zak koekjes achter mij in de bijna lege coupé.Niet elk gesprek dat je opvangt in de trein is de moeite van het afluisteren waard, maar  van deze conversatie wilde ik geen woord missen.
‘Kinderen? Nee, mij niet gezien’, zei de ene. De andere drie gaven tegengas. ‘Jij kunt helemaal niet weten wat het is om een kind te hebben’ zei een van hen. ‘Je weet niet wat je mist’, zei een ander. ‘Je krijgt later spijt, zeker weten’ wist nummer drie te melden. Blijkbaar waren drie van de vrouwen zelf moeder en ze leken vastbesloten hun afvallige vriendin of collega in het moederschip te praten. Zonder succes voorlopig, want hier zat een vrouw die haar zaakjes goed overdacht had. Zij zag geen heil in een spagaat tussen carrière en gezin. En bovendien wilde ze haar relatie niet opofferen voor BV pap & mam. Het moederfront trok fel van leer. Wat een egoïstische kortzichtige motieven waren dat. En trouwens, er klopte ook niks van. ‘Kinderen geven juist verdieping aan je relatie, ze maken  die alleen maar mooier en steviger’.
Het gesprek werd gaandeweg feller en de kinderwensloze vrouw had het zwaar te verduren.
Ik kreeg het er warm van…  Werd hier iemand bijna afgeslacht omdat zij een andere levenskeuze leek te maken dan de anderen??

Hoe het afliep heb ik niet kunnen horen: in Utrecht stapten de vier uit.
En ik? Ik dronk mijn koffie en ik liet mezelf helemaal gaan in mijn innerlijke bespiegelingen.
Over hoe waardevol het zou zijn als jonge mensen zich werkelijk af mochten vragen of zij dit wel wilden, pappa en mamma worden. Zou een ‘nee’ niet even sociaal wenselijk moeten zijn als een ‘ja’? Over moeders en niet-moeders, over het belang van elkaar ruimte geven en hoe moeilijk dat is.
En over vrouwen die ongewild kinderloos blijven, terwijl om hen heen schaamteloos gekakeld wordt over het ‘nemen’ van kinderen.

Geregeld ontmoet ik jonge vrouwen die een andere toekomst voor ogen hebben dan het moederschap. Ze voelen zich er gewoon niet toe aangetrokken. En dat nemen ze serieus.
Meestal roept het respect op bij mij om deze vrouwen te horen spreken, ze zwemmen tegen de stroom in, omdat een innerlijke stem hen een andere kant op roept.
En de mamma’s, zwemmen die niet tegen de stroom in? Nou en of! In de aaneenschakeling van offers die er gebracht moeten worden om kinderen groot te brengen ontmoet elke ouder vroeg of laat een sterke stroom die een andere kant op lijkt te trekken:  richting vrijheid, richting ongebondenheid. Richting minder stress, minder verantwoordelijkheid. De keuze is op dat moment allang gemaakt, er is geen weg terug meer. Dus doorzwemmen dan maar, samen met al die anderen die dezelfde keuze gemaakt hebben.
En dan komt zo’n verwoed zwemmende  mamma een andersdenkende tegen.  Een ‘zij-zonder-kinderwens’. Een vrouw met een toekomst vol carrière mogelijkheden  en met een lijf dat niet getekend is door zwangerschappen. Wat gebeurt er dan? Juist ja, een vaag ongenoegen slaat toe.
Het kan de vorm aannemen van jalousie, of van irritatie. Of van heimelijke superioriteit.  En de stap om in de aanval te gaan is dan snel gezet, dat zie je aan de drie moeders uit de trein. Er moet iets uit de weg geruimd worden. Iets dat bedreigend is. Kijk naar ons, hoe goed wij het hebben! lijken ze te willen zeggen.

Betekent dit dat deze ouders eigenlijk spijt hebben van het ooit genomen besluit om een gezinnetje te stichten? Welnee, het gaat niet over spijt. Het gaat over een werkelijkheid die veel minder roze blijkt te zijn dan altijd gedacht was.
Die roze wolk, wat is dat toch een hardnekkig misverstand. Laat ik het zo zeggen: ik heb in alle jaren dat ik meedraai in moederland nooit een moeder ontmoet die voldeed aan het plaatje van de stralend gelukkige mamma,  24/7 met glanzende ogen vertederd naar haar nageslacht kijkend.  En toch is dat wel wat we verwachten als we hoopvol onze anticonceptiestrip in de vuilnisbak kieperen.
We gaan ervan uit dat onze kinderen ons geluk zullen brengen. Dat zij het zullen zijn die onze dagen gaan inkleuren met mooie momenten en gelukkige gevoelens.
Een irreële gedachte. Ons geluk, daar zijn onze kinderen niet verantwoordelijk voor. Laten we hen er ook niet mee belasten. Ons geluk, dat moeten we zelf zien te fiksen. Middenin onze situatie, hoe blij, zorgelijk, simpel of onmogelijk die ook is.
Dat geldt voor ons allemaal, zwemmend voor ons leven. Kwakend en happend maken we er het beste van. Met of zonder kleintjes achter ons aan.

Wil je enkele malen per jaar kosteloos een nieuwe column in je mailbox ontvangen?
Je kunt je 
AANMELDEN voor een abonnement.